Een hele bevalling:
De geboorte van het Nicolaas Tulpziekenhuis
Met patiënten leuren
De Amstelveense chirurg dr. L. Nederveen zat in het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw met een groot probleem: ‘Waar laat ik mijn zieke patiënten, die ik moet opereren?’ (1) Het inwoneraantal van Amstelveen groeide en alle belangrijke voorzieningen waren er, behalve een eigen hospitaal. Huisartsen zoals dr. R. Levi en specialisten waren aangewezen op Amsterdamse en Haarlemse ziekenhuizen. Dr. L. Nederveen: ‘Soms lagen mijn patiënten over zes verschillende ziekenhuizen verdeeld. Er was een gewone polikliniek op de Keizer Karelweg, die nergens mee samenhing. Het Medisch Centrum Tulpenburg, een soort buitenpolikliniek van de Nederlands Hervormde Diaconessen aan de Overtoom, was net geopend. Burgemeester Rijnders heeft toen door het Nederlands Economisch Instituut een onderzoek laten doen naar de behoefte aan een ziekenhuis in Amstelveen. Gelukkig konden we de noodzaak daardoor hard maken in ‘Den Haag’.’
Na jaren praten vormden de Stichting Algemeen Ziekenhuis Amstelveen, Stichting Diaconessenhuis Amstelveen en de Katholieke Stichting Medebestuur Algemeen Ziekenhuis Amstelveen samen het Bestuur van Stichting Nicolaas Tulpziekenhuis (A). In de visie van het bestuur moest het een huis worden, waar alle mensen met een verschillende levensbeschouwing uit Amstelveen en omgeving zouden kunnen werken én worden behandeld en verpleegd. Deze visie gold zeker in het begin van het bestaan van het ziekenhuis. Veel was immers in de samenleving eind jaren zestig nog levensbeschouwelijk ingedeeld. Dr. Voorzanger hierover: ‘Als je er over gaat praten blijkt de invloed van de levensbeschouwing op het werken en op het verblijf in het ziekenhuis veel geringer te zijn dan men toen dacht. Ik denk dat op dit moment (in 1982) het idee van een samenwerkingsziekenhuis eigenlijk al achterhaald is.’ (2)
Actie Thermometer
Voor de acht miljoen gulden, die het ziekenhuis zou gaan kosten, stond het Rijk borg, op voorwaarde dat de burgers van Amstelveen zelf 5% van dit bedrag zouden opbrengen. f. 400.000, = dus. Met een inwoneraantal van 40.000 is dat toch een tientje per inwoner. ‘Als wij allen gul geven, dan zal ons eigen ziekenhuis er staan als monument van burgerzin en offervaardigheid’ schreef het actiecomité ‘Ons Eigen Ziekenhuis’. De actie ‘Thermometer’, ondersteund door een ‘Comité van Aanbeveling’ van notabelen, werd verbeeld met een grote thermometer die in februari 1965 in het toenmalige winkelcentrum werd geplaatst. Iedereen was enthousiast en binnen een week was er f. 218.000, = verzameld. Na twee weken was dit al f.250.000, = .
Vele bedrijven en particulieren deden op hun eigen manier mee. Martin Air Charters bood een deel van de omzet van vier geplande rondvluchten aan. Horecagelegenheden als Abina, d’Amstelhoek en de Roemer hadden een speciale ‘Thermometer-schotel’ op hun menu. Kindervriend Zwiebertje haalde f. 20.000, = op met zijn voorstelling op het Binnenhof. Padvinders deden klusjes en kinderen haalden oud papier op. Uiteindelijk bleef het kwik angstvallig steken op f. 363.000, =. Met nog wat extra inspanning kwam op 13 mei 1965 de teller op f. 407.500, =. Iedereen in Amstelveen haalde opgelucht adem.
Bewoners van Uithoorn waren echter niet zo blij. Eerder was namelijk besloten dat daar een Rooms Katholiek Ziekenhuis zou komen voor de hele regio Amstelland. Met het oplopen van de thermometer leek die kans meer en meer te verdampen. Ook in Hoofddorp werkte men aan ‘Ziekenhuis Haarlemmermeer in oprichting’. (2)
Eindelijk bouwen
De bouwtekeningen, gemaakt door de Purmerendse architect Plas, lagen klaar. De grond was er.Een eenvoudige maquettevan houtblokjes van de bouwer Olco Holland Beheer B.V. te Utrecht gaf enig idee, hoe het ziekenhuis eruit zou komen te zien. Het Bestuur van het Nicolaas Tulpziekenhuis moest de bouw gaan realiseren. Er werden een Bouwcommissie en een Personeelscommissie geïnstalleerd.
In oktober 1965 wilde men gaan starten. Belangrijk waren de vergunningen en urgentieverklaringen, die er moesten komen. Alhoewel ‘Den Haag’ onder de indruk van de Aktie Thermometer was, wilde dat niet zeggen dat de benodigde toestemming vlot werd afgegeven. Sterker nog: er werden opeens nieuwe eisen gesteld. De staat wilde dat er nóg f. 100.000, = vanuit de Amstelveense gemeenschap op tafel kwam.
De Gemeente Amstelveen vond de oplossing: zij nam de aanleg van de tuinen, wegen en parkeerplaatsen voor haar rekening. Kosten: rond een ton. De grond van het ziekenhuis werd voor 50 jaar in erfpacht gegeven voor de totale som van f. 50.000, = .
De bouw kon beginnen, dacht men nu… Na alle voorbereidende werkzaamheden kon de ‘eerste paal’ gepland worden: vrijdag 10 december 1965. Drie bussen hadden zo’n honderd gasten naar de plek in de Amstelveense weilanden gereden, waar de eerste van ruim 200 houten palen geslagen zou worden. Tijdens een vliegende westerstorm sloeg Amstelveense melkhandelaar J. van Geemen de eerste. Eh? Ja, ook hij was verrast, dat hij deze eervolle taak op zich mocht nemen. Hij was willekeurig getrokken uit een kaartenbak van ‘gevers’.
Boerderij Langerhuize
Het ziekenhuis werd gebouwd op de gronden van boerderij met de naam Langerhuize. De historie van die boerderij gaat terug naar 1770. Door bemaling kwam de Bovenkerkerpolder droog te liggen. Na een lange periode van turfsteken kwamen er 50 kavels vrij en twee ervan werden gekocht door boer Jacob Hop. Hij liet er een boerderij op bouwen. In 1909 werd de boerderij aan de familie Verhoef verkocht, maar door waterpeilverlaging en door slechte fundering kwam de boerderij in verval. De familie Verhoef besloot de oude boerderij in 1933 af te breken en op 7 juli 1934 werd door Jacob G. Verhoef de eerste steen voor een nieuwe gelegd. Uit dankbaarheid voor de goede relatie met de vroegere pachtheer Langerhuizen kwam boven in de gevel de naam Langerhuize. Die gevelsteen is nog steeds te bewonderen in het personeelsrestaurant van het ziekenhuis.
De eerste werknemers, in dienst van ‘niks’
Als eerste werknemer werd op 1 augustus 1966 verpleegkundig directeur zr. M. Helmer aangenomen. De verdere directie van het te bouwen ziekenhuis kon ook benoemd worden: economisch directeur de heer G. Brandhoff in september 1966 en medisch directeur H. Voorzanger op 1 december 1966. Deze laatste had al met zr. Helmer kennisgemaakt, doordat ze beiden de cursus ‘Ziekenhuisbeleid’ volgden. Om onder andere toezicht op de bouw te houden werd als chef technische dienst de heer Leen van Ankeren aangenomen. Bij de Sociale Dienst in de Kastanjelaan in Amstelveen vonden zij kantoorruimte. Aangezien verpleegkundig directeur zr. Helmer met twee vingers haar eigen brieven moest tikken (wat met moeite lukte), werd al snel Betty van den Broek als directiesecretaresse benoemd.
Medio 1967 zou het ziekenhuis gereed kunnen zijn. Helaas moest de Nederlandse Overheid aan het begin van 1966 gaan bezuinigen: 650 miljoen. De bouw werd voor een klein jaar stilgelegd. Dr. L. Nederveen: ‘Tja, ik heb het ziekenhuis langzaam maar zeker uit de klei zien groeien. In het begin was het meer langzaam dan zeker. Ik ging wel eens kijken en zag dan een bouwput, waarin de hazen liepen’. Zr. M. Helmer: ‘Ik werd 1 augustus 1966 aangesteld als verpleegkundig directeur. Ik werd die ochtend wakker en dacht bij mijzelf: ‘Ja, nu ben ik in dienst van niks. Er was niets dan een kaal veldje met één heipaal. Toen die feestelijk in de grond was geslagen, gebeurde er een heel jaar niks.’ (3)
De twijfel over de toekomst van het ziekenhuis bracht ook enige onrust onder de Amstelveense bevolking. Die bleef, tot er aan eind 1966 ‘groen licht’ vanuit ‘Den Haag’ kwam en men de bouw voortvarend aanpakte. Een westerstorm met windkracht 12 dreigde nog even roet in het eten te gooien. Een deel van het dak van de kraamafdeling was net gelegd en werd door de wind omhoog geblazen. Een groot deel van de bouwvakkers hing aan het dak en anderen zette de balken beter vast. Wel werd een werkloods half weggeblazen en kwam er wat later een felle brand in de loods van de elektriciens. Rond oktober 1967 stond het gebouw er en kon men het verder gaan inrichten en gebruiksklaar maken.
De directie hoefde zich geen al te grote zorgen te maken over het aantrekken van personeel. Er bleek een grote interesse te zijn onder de ‘meisjes van Amstelveen’. Zr. M. Helmer was verantwoordelijk voor het aannemen hiervan. (Pas eind 1975 werd de afdeling Personeelszaken opgericht). Voor de opening van het ziekenhuis moesten er genoeg mensen zijn om de patiënten professioneel te verplegen. Vooral leerling-verpleegkundigen van verschillende studiejaren waren nodig. Pas toen zr. M. Helmer een beroep had gedaan op de inspecteur van Volksgezondheid kon zij op 1 september 1968 een opleiding tot verpleegkundige starten. (3) Maar er waren bij de opening van het ziekenhuis toch nog te weinig medewerkenden. Zr. M. Helmer: ‘Omdat we nóg meer mensen nodig hadden om een goede verzorging van de patiënten te garanderen, hebben we geprobeerd een aantal dames uit Amstelveen voor ons ziekenhuis te interesseren. Die hebben we een klein opleidinkje gegeven in patiënten wassen en bedden opmaken. Zo hebben zij meegeholpen om het ziekenhuis in de praktijk van de grond te helpen.’
Regelmatig werden er personeels-contact-avonden in restaurant ‘de Amstelhoek’ georganiseerd. Zo konden de aanstaande werknemers vast met elkaar kennismaken. Toen het ziekenhuis ingericht kon worden, heerste er onderling een bijzondere sfeer. Iedereen hielp met schoonmaken en inrichten. Saamhorig en met veel plezier stond het keukenpersoneel bedden in elkaar te schroeven en maakte de verpleging de zalen schoon. Op het moment van de officiële opening waren er 35 gediplomeerde verpleegkundigen, en 50 leerling-verpleegkundigen in dienst. De leerlingen woonden voornamelijk in de Jungfrau, een flat tegenover het ziekenhuis.
De opzet en de outillage van het ziekenhuis werden ‘ultramodern’ genoemd, maar uiteindelijk bleef de taak in de buurt van twee grote academische ziekenhuizen beperkt. Het ziekenhuis zou zich gaan richten op de meest voorkomende medische behandelingen zoals blindedarmontstekingen, hartinfarcten, longontstekingen en bevallingen. Het Nicolaas Tulpziekenhuis kreeg een overbruggend karakter. Er werd gebouwd volgens een Zweeds préfab-systeem, waarin veel hout werd gebruikt. Het plan was om later aan de overkant van de straat een groter stenen ziekenhuis te bouwen.
De opening van het ziekenhuis
En zie: na 22 maanden bouwen werd er een eenvoudige uitnodiging voor de notabelen (graag in wandelkostuum) verstuurd voor de feestelijke opening van het ziekenhuis op vrijdag 28 juni 1968. Burgemeester D. Rijnders had de eer het ziekenhuis te openen. Na zijn speech liep hij naar een grote tulp, die uit rozetten van papier-maché bestond. Daar was Marianne in ’t Veld, de eerste leerling-verpleegkundige van het ziekenhuis, al ruim vóór de festiviteiten ingekropen. Maar eenmaal in de tulp opgesloten kon ze er verkleed als dokter Nicolaas Tulp pas nà de opening uit. Toen ze erin zat, moest ze nodig naar het toilet en zo werd zij de eerste, die in ‘het Tulp’ op een po moest plassen.
Bij de officiële opening van het ziekenhuis was er ook aandacht voor een bijzonder raam midden in de hal. Als herinnering aan de actie Thermometer en de offervaardigheid van de inwoners van Amstelveen (en ongetwijfeld ook de omgeving) was een inscriptie van ± 130 x 70 cm in het glas gegrafeerd:
‘Dit ziekenhuis dankt zijn ontstaan aan
de offervaardigheid van de bewoners van
Amstelveen, die zichzelf een voorbeeld
hebben gesteld van eensgezindheid en
samenwerking. *** Zij vinden er hun
toewijding in bestendigd en dienstbaar
gemaakt aan het welzijn van de medemens.’
Het was de bedoeling dat in 2006 dit raam na een grote interne verbouwing teruggeplaatst zou worden. Helaas is het omgevallen en lag het in honderden stukjes in de aarde. Op 26 mei 2011 is door wethouder J. Koops en de voorzitter van de Rotary W. Mul een kleinere replica van dit raam in de hal van het ziekenhuis onthuld.
De bewoners van Amstelveen werden op zaterdag 29 juni 1968 uitgenodigd om te zien wat er met hun geld was gebeurd. In groepjes van 25 personen werden ze trots door de kersverse medewerkers rondgeleid. Het gebouw was laag, had een vriendelijke uitstraling en er waren vijf paviljoens: vier verpleegafdelingen (interne, chirurgie, kraam- en kinderafdeling en middenruimte met o.a. twee operatiekamers). De kraamafdeling bezette de helft van een van de paviljoens. In de andere helft was het personeelsrestaurant en een kleine ruimte voor Radio Tulipa. Bij de ingang van het restaurant was er voor elke medewerker een eigen postvakje. Bijna overal had je zicht op een tuin met groen en bomen. Er waren 117 derde klas bedden, 42 tweede klas, 5 eerste klas en 18 wiegen voor ‘gezonde zuigelingen’. De stichtingskosten bedroegen f.11.500.000,=. Per bed was dit f.70.000,=. Trots werd gemeld, dat we daarmee het goedkoopste ziekenhuis van Nederland waren! Er werkten 170 mensen, waarvan de helft als verpleegkundig personeel.
Kinderziektes
Natuurlijk waren er in het begin nog wat kinderziektes. De deuren van de kamers van de kinderafdeling bijvoorbeeld waren zó klein, dat de bedden er alleen op hun zijkant ingeschoven konden worden. En bij het opnemen van de eerste patiënten bleken er geen veiligheidsspelden in huis te zijn. Iemand stapte op zijn fiets en kocht bij een Amstelveense drogist alle veiligheidsspelden die hij had.
Opvallend genoeg waren er bij de opening in 1968 nauwelijks polikliniekspreekkamers voor de specialisten. In die jaren werden de meeste patiënten nog bij de specialist thuis ontvangen. Om de neuzen dezelfde kant op te krijgen, ging de directie met alle hoofden en leidinggevenden naar een vormingscentrum.
De opening van het ziekenhuis was een feestelijk gebeuren, maar er was ook een verdrietige kanttekening. Medisch directeur dr. H. Voorzanger: ‘De eerste patiënt die vanuit het ziekenhuis ontslagen zou worden, zou van de directie een grote bos bloemen krijgen. Helaas ging deze langs het mortuarium weg en we hebben de bloemen toen maar achterwege gelaten.’ (2)
Last van vliegen
Vlak na de opening kwam er bij de directie een ongebruikelijke klacht van patiënten binnen: ‘Of men iets kon doen aan de vele vliegen op de afdeling Chirurgie’. Die afdeling lag namelijk op tien meter afstand van de boerderij, die nog in gebruik was en waar de koeien gewoon op stal stonden. In 1970 werd de functie van de boerderij opgeheven en was deze jarenlang een opslag. Later kwamen er kantoortjes van het ziekenhuis in. Op 21 september 1968 werd de eerste baby in het ziekenhuis geboren. De gemiddelde verpleegduur van patiënten bedroeg in 1968 19,5 dag (bijna drie weken!) en een verpleegdag kostte f. 65, =, zeg € 39, =. Anno 2023 bestaat een deel van het casco van het oorspronkelijke ziekenhuis nog steeds, zij het dat het verbouwd en goed geïsoleerd is en met de tijd is meegegaan.
Pioniersgeest en aandacht
Dr. A. Nederveen: ‘Na de opening van het ziekenhuis hing er een pioniersgeest in de lucht. Ik heb het altijd de aardigste periode van het ziekenhuis gevonden. Er was een sfeer van: ‘Nu we ons eigen Amstelveens ziekenhuis hebben, gaan we er samen wat van maken ook!’ (1) De sfeer was eigen aan de 60er en 70er jaren: flexibel, gemoedelijk, een grote gemeenschapszin en sterk patiëntgericht. De fris-opgerichte personeelsvereniging begon aan haar eerste activiteit: een spetterende musical bij de komst van Sinterklaas in 1968. Het geheel speelde zich af in de speculaasbakkerij van de Goedheiligman. Op Kerstochtend kregen alle patiënten een kerstontbijt op bed inclusief een brandend (!) kaarsje. Bezoek werd – de eerste jaren – voorzien van koffie en thee.
Nu – 55 jaar verder – is die betrokken patiëntgerichtheid er nog steeds. Wegens de nabijheid en de kleinschaligheid kiezen velen voor het Ziekenhuis Amstelland. Door de intensieve samenwerking met specialisten van de omliggende academische ziekenhuizen is de oude omschrijving ‘blindendarmziekenhuisje’ al decennia écht niet meer van toepassing.
(A) Van het begin af aan is er verwarring geweest hoe je de naam van het ziekenhuis moest schrijven. Vaak werd alles los geschreven: ‘Nicolaas Tulp Ziekenhuis’. Ik houd in dit artikel de schrijfwijze van het bestuur van het ziekenhuis aan, zoals zij de naam op de uitnodiging van 14 juni 1968 hebben geschreven: ‘Nicolaas Tulpziekenhuis’.
Literatuurverwijzing
Veel van de informatie over dit artikel is te vinden in ’45 Jaar Ziekenhuis in Amstelveen 1968 – 2013’ geschreven door Hans Dornseiffen, Marie-José Germann en Herman Hartog. Uitgegeven in 2013 door Ziekenhuis Amstelland.
(1) ‘Aan alles komt een eind’, Afscheidsinterview met dr. L. Nederveen, Chirurg, personeelsblad Narcis, november 1988, auteur Hans Dornseiffen.
(2) ‘Ach, het leven gaat verder’, Afscheidsinterview met dr. H. Voorzanger, personeelsblad Narcis, juli 1982, auteur Hans Dornseiffen.
(3) Afscheidsinterview met verpleegkundig directeur zr. M.H. Helmer, mei 1983, auteur Hans Dornseiffen
Hans Dornseiffen stond in 1967 met zijn fiets voor de poort, waarachter het Nicolaas Tulpziekenhuis werd gebouwd. Hij was op weg van Heemstede naar Bussum en door de aanleg van de A9 in de polder verdwaald geraakt. Op 1 januari 1976 werd hij benoemd tot geestelijk verzorger/ pastor in het Nicolaas Tulpziekenhuis en Verpleeghuis Groenelaan. Hij werkte in beide huizen tot 1 september 2011. Voor contact: www.hansdornseiffen.nl
Rond 1969 zr Willy van Lent ontslaat een van de kinderen van haar afdeling.
Dit artikel van mij is in de 34ste jaargang, nummer 131 / december 2023 gepubliceerd in AMSTEL MARE, van de Vereniging Historisch Amstelveen.