Hoewel ik zelf na de tweede wereldoorlog geboren ben (1947), hebben die vijf zwarte jaren ook in mij hun spoortjes nagelaten. Ik kan me nog de rottende kelderlucht van een door de oorlog verwoeste villa in de bossen van Velp herinneren. Ook de verhalen van mijn ouders staan me helder voor de geest: het onderduiken van mijn vader, het noodkacheltje en het gebrek aan eten in de hongerwinter, het lopen van mijn moeder van Amsterdam naar Purmerend om daar bij de familie Kubbinga schapenvlees te halen, de razzia’s op joden waar ze getuigen van waren, suikerbieten en tulpenbollen, enz.
Armando weet dat in zijn vooral oudere schilderijen en tekeningen te ‘vangen’. Ze benauwen, pakken je bij je keel en nog belangrijker: ze laten je nadenken. Zijn werk is niet bepaald ‘behaagkunst’. Het Cobramuseum en de kunstgalerie van Helga Hofman in Alphen aan de Rijn hebben schitterende exposities van Armando georganiseerd. Het mooie van Armando is dat er vanaf 2007 meer en meer kleur in zijn werk is gekomen.