ERWIN VERHEIJEN
‘De werkelijkheid wordt opeens jóuw werkelijkheid’,
Een persoonlijk verhaal van Hans Dornseiffen
Een kleine veertig jaar geleden kreeg Erwin Verheijen een speciaal plekje in mijn hart. Bij hem heb ik rond 1987 enige workshops fotografie gevolgd, die hij via de Amstelveense Volksuniversiteit gaf.
Ofschoon ik zelf al 20 jaar fotografeerde en een eigen donkere kamer had, heb veel van hem geleerd: leren kijken naar de lichtval, barietpapier op een goede manier afdrukken, oog krijgen voor details en gewoon het lef hebben op andere plekken te gaan staan om rake foto’s te maken. ‘Als je op een goede manier ‘glas’ kunt fotograferen en in je doka kunt afdrukken, dàn ben je pas een fotograaf!’ hield hij me voor.
Erwin kon sappige verhalen vertellen over hoe er soms heftig onder beroepsfotografen met de ellebogen werd gewerkt…
Maar – zei Erwin – je hebt als fotograaf ook een bepaalde ‘macht’. Iedereen wil immers zo voordelig mogelijk op een foto staan. ‘De macht van een 125ste seconde’, noemde hij dit. Ik heb dit goed in mijn oren geknoopt en er later veel gebruik van gemaakt. Hij moest eens voor het dagblad Trouw een operazangeres met een wat fors gezicht fotograferen. Om een mooi portret te maken zou hij lang moeten retoucheren en daar had hij geen tijd voor. In overleg met haar smeerde hij twee zwarte vegen op haar wangen, nam de foto en zag dat haar gezicht daarmee een stuk slanker was geworden. En zij was verrukt van de mooie zwart-wit foto.
Voor mij waren de lessen van Erwin een grote stimulans om een eigen stijl te ontwikkelen en om deze later in twee fotoboeken over mijn vakgebied te ontwikkelen. Erwin was oprecht trots op mij! Dit alles speelde zich allemaal nog in het analoge-fototijdperk af.
Maar er kwam een omslag in de fotografie en Erwin vertelde me ook, dat je als fotograaf spoedig geen droog brood meer zou verdienen. Hij had gelijk.
Eind tachtiger jaren werd zijn vader ziek en is deze overleden. Erwin kwam in een zware mentale crisis en – zoals hij zelf in een YouTube-filmpje zegt – werd hij gedwongen om naar zichzelf te kijken.
In dat proces kwam hij allemaal begrippen tegen zoals ‘Zo binnen – zo buiten’ – ‘zo boven – zo onder’ en ‘Positief en negatief’. Hij zag een directe lijn met zijn werk. Van fotograaf werd hij grafisch kunstenaar die zijn foto’s gebruikte voor zijn zeefdrukken. De techniek van het zeefdrukken leerde hij van Claire Maccraft in Amsterdam.
De combinatie van zijn fotografie in zijn zeefdrukken vond ik uitermate fascinerend. Hij wist er prachtig, kleurrijk en diep emotioneel werk mee te maken. Je merkt dat hij geëmotioneerd raakt, als hij op het YouTube-filmpje vertelt over zijn ervaring bij het concentratiekamp Buchenwald. Hij vertelt daar over zijn collage van een vierkant van rails met er tussenin een ruimte/ een pleintje met tegeltjes. Elk tegeltje vertegenwoordigt 50, misschien wel 100 mensen die er vergast en verbrand werden. ‘De werkelijkheid wordt opeens jóuw werkelijkheid’, zoals Erwin dit verwoordde. De kracht van de vernietiging van Buchenwald in dat werk was zó sterk, dat je het niet graag in je woonkamer boven de bank zou willen hangen.
Maar wat ik bij Erwin in die jaren ook zo fascinerend vond, was zijn zoektocht naar spiritualiteit. Mij staat bij hoe hij naar ‘zijn waarheid’ bij de vrijmetselaars in Amstelveen zocht.
Naar mijn persoonlijk idee was dat een zijweg, want de ‘grondtoon van zijn joodse levensvisie’ had hij bij zijn geboorte meegekregen en eigenlijk nooit uitgewerkt. Hij was in 1941 geboren en vlak erna kwamen de eerste Jodenvervolgingen. Alles wat joods was, werd thuis na de oorlog verbannen. Maar die joodse identiteit van hem werd manifest en kwam in de 90er jaren meer en meer in zijn werk naar buiten. Ik heb Erwin toen kennis laten maken met mijn joodse collega in het Ziekenhuis Amstelland Chaia Italiaander en ik weet dat ze enkele gesprekken samen hadden.
Vooral die jaren 90 zijn zowel een hoogtepunt in zijn werk, als een dieptepunt in zijn persoonlijk leven geweest.
Hij zou in die jaren zijn atelier in de St Josephschool in Nes aan de Amstel moeten verlaten. De school werd door de Gemeente Amstelveen verkocht. Hij was als woordvoerder van kunstenaars contactpersoon over nieuwe atelierruimte met de gemeente. Die gesprekken verliepen slecht, vond hij, zijn huwelijk liep stuk en zijn innerlijke chaos werd verdoofd door teveel alcohol.
Erwin was letterlijk en figuurlijk soms totaal de weg kwijt. Hij vertelde mij in die jaren, hoe hij zich opeens realiseerde, dat hij door Jeruzalem liep. En hij had geen idee hoe hij daar was gekomen… Daardoor was Erwin een gecompliceerd mens en ik weet dat vooral Monica het daar bijzonder moeilijk mee had.
Ik verloor Erwin uit het oog, tot ik in maart 2006 in Ziekenhuis Amstelland bij hem aan bed stond, op een kamer op de joodse vleugel. Hij had een zware hersenbloeding gehad en lag al dagen comateus in bed. Ik stond daar samen met zijn neurologe en ik vroeg aan haar: ‘Wat kunnen we nog voor hem betekenen? Als hij dit overleeft: Hoe zal zijn leven dan zijn?’ Tot mijn verbazing gaf ze aan dat ze nog in verbetering in zijn situatie geloofde en hem voor een operatie naar het Leids Universitair Ziekenhuis zou overplaatsen. De maanden erna knapte hij wonderbaarlijk op en tot zijn grote geluk kwam hij in het Rosa Spierhuis, een woonzorghuis speciaal voor kunstenaars. Hij had daar goede jaren. Hij ontwikkelde daar een positieve spirituele levensvisie in zijn verbondenheid met de Eeuwige.
Hij heeft er ruim 13 jaar gewoond. Hij had er zijn eigen ateliertje en vertelde me bij mijn bezoek dat er een expositie van hem in huis kwam. Hij woonde blij en gelukkig tussen zijn boeken over kunst en sloot zijn leven in een stukje harmonie met zichzelf en anderen af.
Er lag nog veel werk van Erwin op de zolder van Monica. Met Eelco presenteert ze met trots de fascinerende, kleurrijke én creatieve kant van Erwin. Het zou doodzonde zijn als dit werk ergens in een opslag lag te verpieteren.
Als Erwin ergens op een wolkje naar ons kijkt, zal hij er blij mee zijn, wanneer hij ziet dat zijn werk door velen gewaardeerd wordt.
‘De werkelijkheid wordt opeens jóuw werkelijkheid.’ Als we naar het grafische werk van Erwin kijken, zetten we als het ware de bril van Erwin op. Zijn ogen willen ons helpen om ‘De werkelijkheid joùw werkelijkheid’ te laten worden.
Op die manier blijft Erwin aanwezig, blijft hij ons inspireren en mogen wij nog lang van zijn prachtige werk genieten!!